Typisch Jan Bunnik
Hieronder vind je een aantal zaken die de Jan Bunnik ánders maakt dan een andere school. We nodigen je daarnaast ook uit om een afspraak te maken om in onze school te kijken en ons aan het werk te zien. We zijn trots op wat we doen en dat laten we graag zien.
Onderwijs vanuit onze waarden
Kernwaarden zijn de belangrijkste idealen en motieven die onze school nastreeft.
Bovenstaande vraagt een veilig pedagogisch klimaat, waarbinnen de kinderen optimaal tot ontwikkeling kunnen komen. Als hierbij voldaan wordt aan relatie, competentie en autonomie (Deci en Ryan,1995;2000) ontstaat er welbevinden en betrokkenheid. Als er welbevinden en betrokkenheid is, kan een kind tot optimale groei en ontwikkeling komen. Deze basisbehoeften en voorwaarden voor leren vinden wij zo belangrijk dat we ze tot onze kernwaarden hebben gemaakt. Ons dagelijks handelen stemmen we hierop af.
Relatie gaat over mogen zijn wie je bent en gerespecteerd worden zoals je bent, zodat je van daaruit hetzelfde kan doen naar anderen. Het gaat ook over ervaren dat je onderdeel uitmaakt van een groep. Van de groep waarin je les krijgt; van de school waarop je zit; maar ook van de buurt waarin de school staat. Deel uitmaken van een groter geheel maakt dat je je verbonden voelt met elkaar en dat je bereid bent om voor die ander van betekenis te zijn. Van hieruit kun je samenwerken met anderen. Kinderen werken met elkaar samen in de groep, het team werkt met elkaar aan goed onderwijs en maakt hierbij gebruik van ieders talent en expertise. Samen met ouders werken we aan het optimaliseren van de ontwikkeling van het kind, door bijvoorbeeld de afstemmingsgesprekken, maar ook om er met elkaar een fijne school van te maken. Samen geven we betekenis aan wat we op Kbs Jan Bunnik nastreven.
Competentie gaat over het gevoel te willen laten zien wat je al kan en jezelf als effectief ervaren. Dat vraagt uitdaging. Op onze school vinden we het belangrijk dat iedereen bekwaam kan zijn op zijn of haar eigen niveau. Voor de kinderen vraagt dat om onderwijs dat is afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van het kind. Een combinatie van hoge verwachtingen en beschikbaarheid voor hulp en ondersteuning voor leerlingen. Blijven leren en de ontwikkeling nauwlettend volgen is dan ook van groot belang. Met behulp van ons leerlingvolgsysteem IEP kijken we wat een kind al kan en wat het nog moet leren. Hierdoor en door ook te kijken naar hoe een kind het beste tot ontwikkeling komt, sluiten we aan bij wat er nodig is.
Autonomie gaat over het gevoel het zelf te kunnen (maar het niet altijd alleen te hoeven doen). Bij autonomie hoort ook verantwoordelijkheid. Autonomie en verantwoordelijkheid passen bij de ontwikkeling van het kind. We willen de kinderen leren het zelf te kunnen en zelf keuzes te maken. Door met het kind te kijken naar zijn of haar eigen ontwikkeling en te vragen wat het er van vindt, wat het zou willen en wat het nodig heeft om een volgende stap te maken, werken we aan het vergroten van eigenaarschap. Fouten maken mag, hier leer je (juist) van. Als teamleden zijn we nabij om het kind te ondersteunen in dit proces
Welbevinden is een belangrijke voorwaarde om tot ontwikkeling te komen. Mogen zijn wie je bent, je geaccepteerd, gerespecteerd en gezien voelen, maken dat je lekker in je vel zit. Het welbevinden van leerlingen groeit wanneer de leeromgeving voldoet aan behoeften zoals veiligheid, acceptatie en waardering. Een hoog welbevinden zorgt ervoor dat een kind zich cognitief en emotioneel kan ontwikkelen. Dit geldt ook voor onze teamleden.
Betrokkenheid zie je als een kind geïnteresseerd bezig is met een activiteit. Dan is het geconcentreerd en gemotiveerd. Dit leidt vervolgens tot ‘fundamenteel leren’: een grondig begrip van nieuwe kennis en vaardigheden. Een voorbeeld is de kleuter die met het puntje van de tong tussen de tanden een kralenketting rijgt en zich bekwaamt in de fijne motoriek. Maar ook dat groepje kinderen dat enthousiast samen bouwt aan een brug en hierbij gepassioneerd overlegt over hoe ze het beste het materiaal kunnen bevestigen. Of het kind dat heel rustig op zijn of haar allermooist de nieuw geleerde letter in het schrift schrijft. Wij vinden het belangrijk dat kinderen betrokken bezig zijn bij hun taken. Dit doen we door goed aan te sluiten bij het niveau en de interesse van het kind. Signaleren wij een afname van de betrokkenheid, dan onderzoeken we wat onderliggend is en passen we ons onderwijs hierop aan.